Soms moet je ook gewoon een beetje geluk hebben. Dat heb ik ook zeker gehad, bijvoorbeeld met mijn pachtbaas Nico Zeinstra. Toen ik een stuk grond in het dorp zocht om een zelfpluktuin te beginnen ben ik op Nico afgestapt met de vraag of ik de grond achter zijn huis van hem mocht kopen. Hij kwam er zelf al niet meer aan toe om er schapen op te houden, maar wilde wel weten wat ik er mee van plan was. Hij wilde er geen aardappelen, mais of bloembollen op hebben. Dat vond hij niet passen bij de grond – waar hij na al die jaren natuurlijk toch een band mee had opgebouwd.
Fruit telen? Kan dat hier ook dan? Dat had hij niet verwacht. We spraken een aantal keer af om de plannen door te spreken en gingen samen naar een vergelijkbare tuin in Drenthe (Zeldenrust in Wapserveen) om te kijken hoe zoiets er uit ziet. Nico werd enthousiast en wilde graag meedenken. Ik mocht van hem (en Thecla natuurlijk) eerst 5 jaar pachten en daarna kopen, iets waar ik erg blij mee was. Ik hoefde niet direct bij aanvang al naar de bank met enkel een ondernemersplan als onderbouwing voor financiering. Dat had namelijk nog wel eens een moeilijk verhaal kunnen worden.
Vanaf de start is Nico nauw betrokken gebleven bij de Fruithof. Vaak even een rondje over de tuin, uit belangstelling kijken hoe het er bij staat, informeren of er wel wat aanloop is. Ik ben altijd blij om hem te zien, want het is zeker ook weer niet zo dat hij je van het werk houdt. Sterker nog, de eerste jaren ging hij nog regelmatig op de knieën om te helpen met onkruid trekken! De gezondheid staat dat intussen niet meer toe, maar de betrokkenheid voel ik nog steeds. Het gedicht dat ik van hem kreeg getuigt daar ook van. En ja, daar prijs ik me nog altijd gelukkig mee.